Coquilles (Sint-Jakobsschelpen) met Trappeur mengsel
In de schelp van de sint-jakobsschelp bevindt zich de witte adductorspier (het eetbare deel) die de schelp opent en sluit, samen met een feloranje stukje dat koraal wordt genoemd. De spier is rond en mals na het koken, en de smaak heeft zowel een lichte zoetheid als een subtiele ziltigheid.
De Sint-Jakobsschelp wordt zeer gewaardeerd om zijn vruchtvlees. Hij kan gegeten worden in tartaar of carpaccio, maar meestal wordt hij gebakken of geroosterd.
Op zoek naar een verfijnd voorgerecht? Laat je verleiden door dit recept voor Coquilles met Trappeur mengsel.
Ingrediënten
. 10 tot 12 Sint-Jakobsschelpen
. 10 g gezouten boter
. Trappeur specerijen mengsel
Voor de saus:
. 12 cl witte wijn
. 1 eetlepel vloeibare room
Bereiding
1. Bak de coquilles in hete boter op hoog vuur gedurende 1 minuut aan elke kant, ze moeten goudbruin zijn.
2. Presenteer ze op voorverwarmde borden.
3. Voor de saus: breng de witte wijn aan de kook, zet het vuur laag en voeg al roerend de vloeibare room toe.
4. Giet de saus rond de coquilles en strooi op elke coquille een klein snufje Trappeur specerijen mengsel
Tip:
Voeg voor de dressing eetbare bloemen toe, zoals cosmos (cosmea) of Oost-Indische kers.
De gebruikte Ingrediënten: